Antwoorden verkeersvragen oktober 2015
Via onze Facebookpagina hebben wij u gevraagd om antwoord te geven op diverse verkeerssituaties en verkeersvragen. De antwoorden op de verkeersvragen van oktober 2015. tref je hieronder. Houd onze Facebookpagina in de gaten voor nieuwe verkeersvragen en alle actuele nieuwsberichten van Verkeersschool Hoek Bouma.
Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan?
In dit geval rijdt de witte auto (nummer 3) op een voorrangsweg en daarom mag deze als eerst. De voetganger (nummer 2) is rechtdoorgaand verkeer en daarom mag deze als tweede. De blauwe auto (nummer 1) mag als laatste het kruispunt verlaten. De juiste volgorde is 3, 2,1.
Wanneer mogen vrachtwagens je niet inhalen?
In beide gevallen mogen vrachtwagens niet inhalen. Bord A geeft aan dat het inhalen verboden is, dit geldt voor alle voertuigen behalve voor brommers. Deze mogen wel inhalen of ingehaald worden. Bij bord B mogen vrachtwagens niet inhalen maar een auto of een autobus mag dat wel.
Mogen beide auto’s tegelijk afslaan?
Ja, dat mag. Indien er voldoende ruimte is en de verkeerssituatie en drukte het toelaten. Maak (oog)contact met de andere bestuurder zodat duidelijk is dat jullie beiden dezelfde intentie hebben.
Hoe hard mag je hier rijden?
Hier mag je 130 km. per uur rijden. De algemene regel voor de Nederlandse snelwegen is: de maximumsnelheid is 130 km/u, tenzij anders aangegeven. Dit bord geeft aan dat er tussen 6.00 en 19.00 uur 100 km/u gereden moet worden. Daar buiten geldt een maximumsnelheid van 130 km/u.
Welke voetganger(s) moet de automobilist voor laten gaan?
Alleen voetganger 2. Dit omdat deze rechtdoor gaat op dezelfde weg. De auto slaat af en moet deze voetganger daarom voor laten gaan.
Welk bord geeft het einde van de spitsstrook aan?
Bord A. Bord B geeft het einde van de vluchtstrook aan.
Weet jij de juiste volgorde van voorrang?
Dit is een lastige omdat de bestuurders elkaar in deze situatie als het ware klem hebben gereden. De blauwe auto (auto 2) moet eigenlijk voorrang verlenen aan de groene auto (auto 1) omdat deze voor de blauwe auto van rechts komt. De groene auto moet echter weer voorrang verlenen aan de rode auto (auto 3). Daar komt bij dat de rode auto voorrang moet verlenen aan de blauwe auto omdat deze rechtdoor gaat. Deze situatie zit daarom vast. Het is in dit soort situaties daarom belangrijk om goed te kijken en oogcontact te maken met de andere bestuurders. Wacht even af tot duidelijk is wie er gaat of maak met een handgebaar kenbaar dat je voorrang verleent aan de ander.