Leeftijdsgrens rijbewijs buschauffeur verlaagt naar achttien jaar
De leeftijdsgrens voor het behalen van een rijbewijs voor de bus is verlaagd naar 18 jaar. Dit is goed nieuws voor de rijschoolbranche, want nu is het mogelijk leerlingen eerder op te leiden voor het beroep van buschauffeur. Toch is Ruud Rutten, voorzitter van brancheorganisatie FAM, ook kritisch. Hij vraagt zich af of 18-jarigen met weinig rijervaring in staat moeten worden gesteld een bus met tientallen passagiers te vervoeren.
Het kabinet heeft het besluit tot leeftijdsverlaging genomen op voorstel van minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. Nu varieert de minimumleeftijd – afhankelijk van de situatie – tussen de 21 en 24 jaar.
Tussen 2011 en 2017 is al geëxperimenteerd met de verlaging van de leeftijdsgrens. Hoewel er verder geen details worden gegeven over de uitkomst van de pilot, is het resultaat volgens het ministerie positief. Het besluit wordt nu voor advies aan de Raad van State voorgelegd. De verwachting is dat de nieuwe leeftijdsgrens vanaf dit najaar ingaat.
Oudere chauffeurs opvolgen
De wet wordt herzien om ervoor te zorgen dat er in de toekomst genoeg nieuwe chauffeurs zijn om het grote aantal oudere bestuurders op te volgen. De leeftijdsverlaging zorgt er tevens voor dat de vervolgopleiding van jongeren die in het chauffeursvak willen stappen beter aansluit op hun middelbare school.
FAM-voorzitter Ruud Rutten is ervan overtuigd dat er een animo zal zijn voor het D-rijbewijs onder 18-jarigen. Als voorzitter van de branchevereniging voor de grotere rijscholen ziet hij namelijk in elke rijbewijscategorie een toename in de vraag. Toch is hij ook kritisch. “Ik vraag me af of dit de juiste manier is om een tekort aan chauffeurs op te lossen. De vraag is namelijk of iemand van achttien jaar er al aan toe is om met een bus of een touringcar te rijden met zestig mensen achter zich. In mijn ogen is hier weinig discussie over gevoerd en dat verbaast me.”
Opleiding uitbreiden
Jongeren die als vrachtwagenchauffeur aan de slag gaan, beginnen bij een transportbedrijf vaak met klein materiaal en gaan stapsgewijs steeds groter rijden. Rutten betwijfelt of dit ook het geval is bij bijvoorbeeld touringcarbedrijven. “Als je in Venlo je rijbewijs haalt door, met alle respect, tijdens het examen een rondje om de kerk te rijden, kun je dan ook al met een touringcar door Amsterdam rijden met zestig man in de bus?”
Volgens Rutten hangt of staat alles met een goede rijopleiding. “Ik hoop dat de jongeren de kans krijgen om goed beslagen ten ijs te komen. Misschien moet de opleiding dan ook worden uitgebreid, zodat de toekomstige bestuurders bijvoorbeeld ook leren in andere steden of in heuvelachtig gebied te rijden.” Rutten hoopt dat er vanuit de overheid financiële ruimte wordt vrijgemaakt om een uitgebreidere opleiding mogelijk te maken. “Zoals we ook pleiten voor meer aandacht voor verkeersveiligheid in de andere rijopleidingen.”