Rechtbank: bedienen smartphone in houder tijdens rijden strafbaar
De Rechtbank Noord-Nederland heeft bepaald dat het bedienen van een smartphone in een carkit in de auto valt onder het ‘vasthouden van een telefoon’. De bestuurder van de auto was bezig met zijn telefoon en daardoor afgeleid. Hij heeft hiermee de verkeersveiligheid in het gevaar gebracht, stelt de kantonrechter.
In artikel 61 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) uit 1990 staat: ‘Het is degene die een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een motor bestuurt verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden.’
Uit jurisprudentie blijkt echter dat het begrip ‘vasthouden’ ruim kan worden uitgelegd: eerder is geoordeeld dat het klemmen van de telefoon tussen hoofd en schouder, het plaatsen van een telefoon tussen oor en hoofddoek en het bevestigen van de telefoon aan de pols ook onder het begrip ‘vasthouden’ valt. Als het aan de Rechtbank Noord-Nederland ligt, wordt hieraan ook toegevoegd ‘het met een hand bedienen van een telefoon terwijl deze geplaatst is in een telefoonhouder die bevestigd is op het dashboard’.
Boete
De automobilist werd op de Stadsrondweg-Zuid in Sneek in een bedrijfswagen door agenten betrapt op het bedienen van zijn telefoon. De man zou een opvallende politieauto hebben gepasseerd terwijl hij met zijn telefoon bezig was. Zijn mobieltje zat in een carkit links van het stuur. De bestuurder kreeg een boete van 239 euro, waar hij tegen in beroep ging.
De man stelt dat hij zijn mobiele telefoon niet heeft vastgehouden. Hij heeft naar eigen zeggen altijd zijn mobiel in een houder aan de linkerkant van het dashboard. Hij zou zijn arm altijd ter hoogte van de raamstijl laten rusten, omdat dat comfortabel is. Ook liet hij aan de agenten zien dat hij zes gemiste oproepen had.
Afgeleid
De kantonrechter stelt dat de man tijdens het bedienen van de telefoon in de carkit te veel is afgeleid van de verkeerssituatie: De man moet de boete van 239 euro dus alsnog betalen. De uitleg van de rechtbank: “De betrokkene kan tijdens het bedienen van de telefoon, ook wanneer deze in een telefoonhouder is geplaatst, gedurende enige tijd slechts met één hand de noodzakelijke verkeershandelingen verrichten. Dat brengt mee dat het met de andere hand bedienen van de telefoon, waarbij niet uitgesloten is dat betrokkene bijvoorbeeld appberichten beantwoordt, danwel de sociale media aan het volgen is, betrokkene afleidt van de verkeerssituatie, maar ook dat betrokkene fysiek te veel betrokken is bij het bedienen van zijn telefoon. Hij is daardoor minder goed in staat de benodigde verkeershandelingen te verrichten.”